Karel Willems is al sinds 1983 betrokken bij de organisatie van het Rotterdamse Zomercarnaval. Dit wordt zijn laatste jaar, omdat hij er na 40 jaar mee stopt. Hij heeft tientallen zomers vol herinneringen aan al de feesten in de binnenstad.
“Mijn voldoening zit in dat moment op het Stadhuis als ik dan naast de burgervader sta op het balkon en al die mensen in de stad zie genieten. Dan ben ik heel tevreden”, blikt Karel terug. “Ik ben in 1983 als vrijwilliger op straat begonnen in Utrecht. Daar werd namelijk in ‘82 en ‘83 de eerste Zomercarnaval georganiseerd. In 1984 is het overgewaaid naar Rotterdam. Toen ben ik ook overgewaaid. Ik woonde al in Rotterdam dus dat was ook makkelijker”, beschrijft hij zijn beginperiode. “In 1987 ben ik voor het bestuur gevraagd van de organisatie en sindsdien ben ik er”, zegt hij trots.
Zomercarnaval is voor Karel een feest waar alle culturen samenkomen. “Het brengt de mensen bij elkaar. Een groot feest. Iedereen kan meedoen en we maken geen onderscheid in mensen”, stelt hij. Vrijwilliger Erwin Balootje kent Karel al vanaf het begin. “Karel is wel een flexibel mannetje”, glimlacht hij. “Af en toe staat hij wel op zijn strepen, maar hij heeft de kar tot nu toe eigenlijk wel getrokken. Het is niet zo’n makkelijk baantje als ik het af en toe zo hoor”, vertelt hij. “Ik stop ermee omdat ik vind dat mensen die stukken jonger zijn dan ik het over moeten nemen. Dat vind ik overigens al ruim tien jaar hoor”, zegt de zeventigplusser nuchter. “Zo kunnen we het borgen voor de toekomst. Zij kunnen ook weer dertig of veertig jaar doorgaan”, blikt hij vooruit.