De Rotterdamse Kocatepe moskee in Rotterdam-Zuid en de Mevlana moskee in Rotterdam-West zeggen geen extra veiligheidsmaatregelen te hebben genomen na de terreuraanslag in Quebec, Canada. Deze maatregelen zijn namelijk langere tijd geleden genomen.
Een vrijwilliger van moskee Kocatepe in Rotterdam Zuid geeft aan dat de achterdeuren van de moskee al een tijdje worden gesloten. “De bezoekers van onze moskee hebben wel ontstemd gereageerd op de recente aanslag, maar we hebben ze kunnen overtuigen dat ze veilig kunnen bidden. Ook worden de voordeuren in de gaten gehouden door camera’s.”
De voordeur van Kocatepe blijft wel open, omdat de moskee open moet staat, ook figuurlijk, voor iedereen. Ook beveiliging lijkt hem niet nodig: “Dit past niet echt bij een moskee.” Al houdt de vrijwilliger wel een slag om de arm “Er kan elk moment van alles gebeuren.”
De Mevlana Moskee in Rotterdam-West gaat over de treffen maatregelen nog in beraad. “We moeten de aanslag absoluut serieus nemen, maar dat we niet moeten overdrijven.”
Marianne Vorthoren, directeur van SPIOR, zegt in eerste instantie dat er nog geen informatie is over de daders van de aanslag in Quebec. “Er is nog veel onduidelijk over hoe en wat, maar het geeft natuurlijk onrust. Het is een breder probleem, maar is vanwege de aanslag weer in opspraak.”
SPIOR heeft in 2016 een rapport over Islamofobie uitgebracht, waarin ze de aard en omvang van discriminatie op grond van islamofobie in Rotterdam-Rijnmond weergeven. Vorthoren zegt al langer met zowel lokaal als landelijke overheden in gesprek te zijn om de veiligheid van moskeeën in kaart te brengen. “De moskeeen Kocatepe en Mevlana beschikken al over camera’s en hebben een plein ervoor, maar dat is niet mogelijk bij alle moskeeën. Daarom zijn wij bezig met politie en overheid om advies op maat uit te brengen voor alle moskeeën, maar het is een structureel probleem en dat is zorgelijk.” aldus Vorthoren. “Zodra de grens opschuift in het politiek en maatschappelijk debat, voelen extremen zich gelegitimeerd om extreme daden te plegen. Dit is zo’n extreme daad.”