Ze vinden zichzelf een beetje een vreemde eend in de bijt van het festival, maar de Rotterdamse postrockband L’orne stond toch echt op de Sena Stage van het Bevrijdingsfestival. “Het is een groot gratis festival, iedereen komt hier naartoe”, vertelt frontpersoon Luka. “Er komen allemaal verschillende mensen. We spelen waarschijnlijk voor heel veel mensen die normaal niet naar ons zouden komen kijken.”
De band omschrijft zichzelf als postrockachtig, met randjes van postmetal, slowcore, een beetje noise-rock, met teksten – vooral in oudere nummers – over mentale gezondheid. Tegenwoordig schrijven ze wat meer over grote onderwerpen. Dat ze ook politieke thema’s niet schuwen, blijkt als ander frontpersoon Quincy zich op het podium uitspreekt voor de vrijheid van Gaza. “Ook al hebben we veel verdrietige liedjes, we proberen toch ook duidelijk te maken waar we voor staan”, vertelt Luka, “zo links als het maar kan”, aldus Quincy.
L’orne bestaat momenteel uit vijf personen en heeft daarnaast nog iemand die zich bezighoudt met visuals. Dat de band op het Bevrijdingsfestival staat, voelt voor hen als een bijzonder moment. “Het voelt toch een beetje als erkenning”, vertelt Luka. “Het Bevrijdingsfestival is vooral een popfestival, maar wij maken geen popmuziek. Dat we geprogrammeerd worden, betekent dus dat mensen onze muziek toch interessant vinden.”