PVV, VVD, NSC en BBB zijn van plan de btw op de meeste culturele instellingen en goederen te verhogen. Dit betekent bijvoorbeeld dat de belasting voor boeken en concert- en theaterkaarten van 9 naar 21 procent gaat. Hierdoor wordt dit allemaal duurder voor de consument. Rotterdamse instellingen vrezen een klap: “Ik hoop dat het helemaal niet de Tweede Kamer doorkomt.”
Mededirecteur van de Donner, de Rotterdamse boekenwinkel, is ‘helemaal niet blij’ met de voorgestelde btw-verhogingen. “Producten worden duurder, zonder dat de boekenhandel er iets aan heeft. Het betekent gewoon dat boeken met 11, 12 procent omhoog gaan. En de prijzen zijn tegenwoordig al hoger, waardoor mensen al meer kijken naar wat een boek kost”, vertelt Leo Van de Wetering. “Wij zijn er gewoon helemaal niet gelukkig mee.”
Ook de bestuurder van Grounds, Oscar van der Pluijm, is allesbehalve te spreken over de verhoging van de btw. “Los van het geld, is het de manier waarop. Als je zegt; we moeten bezuinigen, maar pretparken bijvoorbeeld niet, dan is dat gewoon een middelvinger naar de culturele sector. Tijdens de coronacrisis was dat ook al zo.”
Van der Pluijm vertelt hoe hij met Grounds ‘laagdrempelig’ probeert te blijven, voor het ‘hele diverse publiek’. “Ik vind het belangrijk dat we zoveel mogelijk mensen bedienen, maar dat wordt op deze manie wel duurder gemaakt. Wij moeten meer gaan betalen voor artiesten, waardoor mensen meer moeten gaan betalen voor de kaartjes. Dat bouwt gewoon op.”
Wat de btw-verhoging specifiek gaat betekenen voor Grounds is voor Van der Pluijm nog moeilijk te zeggen. “Maar hoe dan ook: het gaat niet helpen.”
Zorgelijke ontwikkeling
Een grotere culturele instelling in Rotterdam, de Doelen, noemt het ook een ‘zorgelijke ontwikkeling voor de culturele sector’. “Veel instellingen kunnen dit niet zelf betalen waardoor de kosten bovenop de ticketprijs zullen komen en de consument dit gaat voelen”, concludeert Megan van der Meer, coördinator Marketing & Communicatie van de Doelen.
Hoe het zich allemaal gaat ontwikkelen is volgens Van der Meer nog ‘te vroeg om te zeggen’. “Maar we zullen de ontwikkelingen op de voet volgen en hier gaandeweg kijken welke mogelijkheden en oplossingen we kunnen realiseren om ons programma zo toegankelijk mogelijk te houden.”