Rotterdamse zanger Mark Blomsteel scoort hit in Amerika: “Ik leef The American Dream, maar dan op kleine schaal hoor!”

Rotterdammer Mark Blomsteel maakt naam in de Amerikaanse muziekscene. Zijn country-pop nummer Tennessee staat namelijk stevig op nummer 2 in de Amerikaanse hitlijsten. Een grote verrassing voor de Rotterdammer: “Het is al een hele mooie notering natuurlijk. Ook een grote verrassing voor mij!”

Het hoog scorende nummer Tennessee is een liefdesliedje en gaat over het loslaten van iemand van wie je houdt, in de hoop dat het uiteindelijk toch nog goed komt. “Hope you’ll find your way back to me in Tennessee. Het is eigenlijk country-pop. Binnen dit genre gaat het echt om een verhaal vertellen. De lyrics zijn heel belangrijk.”

Maar in Nederland slaat country-pop niet altijd even goed aan, vertelt de Rotterdamse zanger. “Country heeft in Nederland vaak een negatieve connotatie. Maar je hebt bijvoorbeeld Suzan & Freek: dat is wel echt een country sound.”

Een echte Rotterdammer
In Amerika slaat Mark zijn country-pop echter wél aan. Sinds 2009 maakt de Rotterdammer muziek in Amerika. Het heeft hem onderhand de bijnaam Dutch Boy opgeleverd. “Maar ik houd beide voetjes op de vloer. Ik vind het gewoon leuk om dingen mee te maken. Ik werk met de beste muzikanten en ik ben daar gewoon echt heel trots op.”

Toch is hij én blijft hij altijd een Rotterdammer. “Ik voel me meer Rotterdammer dan Nederlander”, geeft hij toe. “Ik mis Rotterdam elke dag, vooral het openbaar vervoer.” De zanger is namelijk deels blind en autorijden mag hij dus niet. In een land als Amerika, waar het openbaar vervoer af en toe tekortschiet, kan dat best een uitdaging zijn. “Als ik terug ben in Rotterdam geniet ik gewoon elke keer weer. Thuis in Amerika heb ik ook een foto van Rotterdam hangen. En ik kijk alle wedstrijden van Feyenoord. Ik volg echt alles op de voet.”

Mark deelt zijn liefde voor ‘zijn’ stad dan ook met iedereen om zich heen. “Ik heb al heel veel Amerikanen meegenomen naar Rotterdam om hen de stad te laten zien. En er staan er nog een aantal in de rij.”