Tientallen Rotterdamse scholen, crèches en tehuizen staan te dicht op drukke wegen

Kwetsbare baby’s, kinderen en ouderen worden blootgesteld aan te grote hoeveelheden fijnstof, blijkt uit onderzoek van platform Investico in samenwerking met Vers Beton en OPEN Rotterdam. En dat is schadelijker dan eerder werd gedacht. Dit onderzoek laat zien welke instellingen zich – ondanks een versoepeling van GGD-normen – nog steeds in de gevarenzone bevinden.

Al sinds 2008 stellen de GGD’s van Nederland een richtlijn op waarin staat hoe ver een school, kinderopvang, verpleeghuis of buitensportlocatie van een drukke weg moet liggen. In maart 2023 gaf de GGD een nieuwe richtlijn uit met twee uitkomsten.

Halvering oude norm
Het goede nieuws is dat de luchtkwaliteit is verbeterd. Omdat de lucht schoner is, mogen scholen, kinderdagverblijven en verpleeghuizen volgens de GGD dichter op drukke wegen staan. Voor deze gebouwen geldt nu een minimale afstand van 150 meter tot een snelweg en autoweg, 50 meter tot een drukke weg buiten en 25 meter tot een drukke weg in de stad. Dat is de helft minder dan de oude norm. Het slechte nieuws is dat fijnstof schadelijker voor je gezondheid is dan we tot nu toe dachten.

Gevoelige locaties
De Rotterdamse GGD houdt zelf nog niet bij welke scholen, kinderopvanglocaties, verpleeghuizen en buitensport-locaties óók bij de nieuwe norm in de “gevarenzone” liggen. Investico, Vers Beton en OPEN Rotterdam onderzochten om welke plekken in de stad dat gaat. Het naast elkaar leggen van openbare data over ‘gevoelige’ locaties en de afstand tot drukke (snel)wegen zorgde voor een lijst op van 6 scholen, 21 buitenschoolse opvangen en kinderdagverblijven, 11 verpleeghuizen en 29 sportlocaties die te dicht op een drukke weg staan.

Onzichtbaar
“Fijnstof zie of ruik je nauwelijks, dat is verraderlijk”, vertelt kinderlongarts Ismé de Kleer in het Franciscus Gasthuis Vlietland in Schiebroek. In haar spreekkamer ziet De Kleer vooral kinderen met ernstige astmatische klachten. “Een op de vijf heeft deze ziekte alleen door luchtvervuiling”, zegt de kinderlongarts. Maar ook mensen die op jonge leeftijd zijn blootgesteld aan te veel fijnstof lopen op latere leeftijd een verhoogde kans op het ontwikkelen van astma, COPD of zelfs longkanker.

Afstand houden van drukke wegen of andere bronnen van fijnstof is volgens De Kleer daarom heel belangrijk. Het maakt dus uit waar je huis staat, maar ook de locatie van de opvang en school is van belang. “Kinderen brengen daar veel tijd door. Dat is fors meer blootstelling: wel echt iets om te overwegen als je een school of opvang kiest voor je kind.”

Nieuwe scholen of kinderopvanglocaties mogen van de gemeente niet gebouwd worden op plekken waar de luchtkwaliteit niet voldoet aan de richtlijn. Maar, bestaande locaties verhuizen is geen optie voor de gemeente. Het is “belangrijk dat deze voorzieningen in de buurt zijn”. Een verplaatsing zou bovendien “extra vervoersbewegingen met zich meebrengen en dat is ongewenst”, staat in een schriftelijke reactie van de gemeente.

Wat kun je zelf doen
Volgens Sef van den Elshout, Coördinator Luchtkwaliteit bij milieudienst DCMR is het lastig om zelf iets te doen: “Dat is niet heel erg effectief, want je moet je huis dan bijna luchtdicht maken.” Dan zou je de lucht binnen kunnen filteren met een koolstof filter en kan dat schelen volgens Van den Elshout. Hij geeft ook aan dat veel mensen een vergissing maken wanneer ze denken dat ze dan maar beter niet kunnen ventileren: “Binnenshuis heb je vaak ook luchtvervuiling en ook fijnstof. Als je eten gaat koken, als je gaat stofzuigen, wordt al het stof dat er is ook weer opgewerveld.” Eigenlijk is het advies van van den Elshout om altijd te blijven ventileren. “Maak niet de vergissing om niet te ventileren, want dan ben je verder van huis. Dan wordt de luchtkwaliteit binnen slechter dan buiten.” Als je je zorgen maakt, omdat je aan een drukke weg woont, kun je ventileren aan de achterkant of wachten tot je ziet dat het rustiger is op de weg.

Lees hier het hele onderzoek van Manon Dillen en Investico op Vers Beton.

Deze productie werd gemaakt in samenwerking met onderzoeksplatform Investico en kwam tot stand dankzij steun van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek.