Van schuldhulpverlening tot een boodschappenlijst samenstellen: Trefpunt Vreewijk helpt mensen die daar behoefte aan hebben. En dat zijn er een hoop, ziet werknemer Joshua van den Ham: “Jaarlijks helpen wij zo’n 3200 mensen uit alle hoeken van de stad.” Toch staat het voortbestaan van de organisatie die vooral op vrijwilligers draait, na het langzaam terugschroeven van de subsidie, op losse schroeven. “We verkeren in onzekerheid.”
Al jarenlang is het Trefpunt in Vreewijk het aanspreekpunt voor Rotterdammers met vragen. “Er komen hier allerlei mensen langs”, vertelt Joshua. “Mensen met flinke schulden, mensen die de taal niet begrijpen, mensen die hulp nodig hebben bij het maken van een boodschappenlijstje; je kunt het zo gek niet bedenken. Met een tiental mensen – de meesten werken hier vrijwillig – proberen we al deze mensen te helpen.”
Het is voor het eerst dat het Trefpunt voorzichtig de noodklok luidt. De subsidie die ze krijgen vanuit Couleur locale is net te mager om een comfortabel bestaan te leiden en na jarenlang bikkelen begint dat hen op te breken. “Ik kan op dit moment de continuïteit van het Trefpunt, op langere termijn, niet waarborgen”, hekelt Joshua. “Dat is toch zonde. Het Trefpunt heeft één betaalde werknemer en draait verder voornamelijk op vrijwilligers. Ook zij verdienen een vergoeding, maar daarvoor blijkt de subsidie net onvoldoende.”
In een ideale wereld zou Joshua het Trefpunt zelfs willen zien als een opleidingsplek, maar ook hiervoor ontbreekt het aan geld. “Er zijn heel veel mensen die hier zijn begonnen als vrijwilliger en vervolgens de stap naar betaald werk hebben gemaakt. Het is hier een leerwerkplek waar je kunt doorgroeien.”
En dus pleit Joshua voor een positieve kijk op de toekomst. “Ik hoop dat er meer deuren opengaan en dat we met een positieve twist kijken naar wat mogelijk is, ook qua samenwerking met partners. Onze rol in de wijk, in de stad, is heel groot en heel sterk. Zo heb ik zelf eens een man met flinke schulden uit de brand kunnen helpen. Hij begreep de brieven van de gemeente niet, dreigde dakloos te raken en at niks meer. Na heel veel gehannes en gedoe heeft hij zijn rust teruggekregen. Hij had zelfs een klein buikje. Met hem heb je nog 3200 mensen die bij ons langskomen met soms zware problematiek. Waar gaan zij heen als wij niet meer door kunnen?”