Het Rijk heeft grote vraagtekens bij de NPRZ-plannen waarvoor de gemeente Rotterdam in 2024 aanvraag deed bij het Volkshuisvestingsfonds. In een brief van het fonds, die in handen is van OPEN Rotterdam, staat onder andere dat de plannen op ‘doeltreffendheid’ een ‘magere voldoende’ scoren, dat de ‘publieke kosten per woning te hoog’ zijn en dat ‘er al een hoop [sociale huurwoningen] op Rotterdam-Zuid’ staan.
Volgens de brief van het fonds wil de gemeente woningen ‘uit de markt nemen […], waarna deze met een verplichting tot renovatie, verduurzaming en vergroting worden doorverkocht aan de corporatie’. En hoewel het Rijk in de brief aangeeft dat de kwaliteit van de betreffende woning daardoor verbetert, vinden ze dat niet opwegen tegen de ‘waardedaling van koopwoning/vrije sector huurwoning naar sociale huurwoning’. Een sociale huurwoning waarvan er volgens het Rijk al ‘een hoop op Rotterdam-Zuid’ staan.
Ook vindt het fonds de plannen inhoudelijk niet goed genoeg uitgewerkt. Het zou niet duidelijk zijn hoe de gevels eruit moeten komen te zien en ‘het blijft onbekend waar deze woningen zich bevinden, waarom juist deze zijn uitgekozen om aan te pakken, of wat de relatie is met andere ingrepen’. Ook het feit dat het NPRZ in de nieuwbouwplannen geen verdichting toepast – dus meer woningen terugbouwt op dezelfde plek – is volgens het fonds ‘een gemiste kans’.
Inhoudelijk
De aanvraag van de gemeente richtte zich ‘enerzijds op een wijkgerichte aanpak met de woningcorporaties’ waarbij woningen van particulieren moeten worden opgekocht om vervolgens vergroot en verbeterd te worden en daarna weer te worden verhuurd als sociale huurwoning. Ook moest het geld van de aanvraag worden gebruikt voor een herstructureringsproject in Bloemhof: hier zouden funderingen worden opgeknapt.
Met de afwijzing loopt de gemeente, en daarmee het NPRZ, iets meer dan 11 miljoen mis. Een groot probleem, zo schrijft wethouder Chantal Zeegers in een brief van 6 december: ‘juíst omdat de opgave in het NPRZ groot is en de gemeente afhankelijk is van substantiële bijdragen vanuit het Rijk’. De vierde tranche was de laatste mogelijkheid om gebruik te maken van het fonds. Uit de wethoudersbrief blijkt dat er ook nog geen alternatieven zijn: ‘Op dit moment zijn in het nieuwe regeerakkoord geen andere middelen bekend die voor de woonopgave in de bestaande voorraad van het NPRZ kunnen worden ingezet’.
Jarenlang beleid
Onder de pijler Wonen van het NPRZ worden al jaren woningen van particulieren gekocht, onder andere in Carnisse. Daar heeft de gemeente in de afgelopen drie jaar honderden woningen aangekocht met het idee deze te gaan vergroten en verduurzamen. Het doel hiervan is om grotere woningen aan te bieden in wijken op Zuid, zodat jonge gezinnen – door het NPRZ vaak “sociale stijgers” genoemd – hun plek vinden op Zuid. Een aantal van dit soort woningen, bijvoorbeeld aan de Van Swietenlaan, zijn opgeknapt en in de verkoop gegaan, maar een groot deel van deze woningen staan tot op heden leeg.
Dat het fonds nu vraagtekens zet bij deze aanpak, roept ook de vraag op wat er moet gebeuren met de woonplannen van het NPRZ en de financiering hiervoor. PvdA, Leefbaar, VVD en GroenLinks hebben een regeling van werkzaamheden ingediend over de afwijzing en wat dit betekent voor de woonplannen van het NPRZ. Aanvankelijk zou dit worden behandeld in de commissievergadering van 5 maart, maar het lijkt te worden uitgesteld naar 16 april. OPEN heeft wethouder Zeegers om reactie gevraagd, maar zij laat via haar woordvoering weten niet inhoudelijk te willen reageren op de brief voor deze commissievergadering. Het NPRZ geeft aan meer tijd nodig te hebben om inhoudelijk te reageren.