Meer dan 300 woningen in Carnisse op naam gemeente: ‘Vroeger was het een leuk wijkie’

De gemeente is druk bezig om de woningvoorraad in Carnisse te verbeteren. Naast de “strategische aankoop” van woningen naar plannen van NPRZ, voerde de gemeente twee jaar geleden ook de Wet Voorkeursrecht Gemeente (WVG) in in de wijk. De wet zorgt ervoor dat sommige Rotterdammers in Carnisse die hun huis verkopen, verplicht zijn het eerst aan de gemeente aan te bieden. De gemeente wil er op deze manier voor zorgen dat de huizen niet meer in handen vallen van huisjesmelkers of investeerders en de woningvoorraad diverser maken zodat Rotterdammers van alle leeftijden een plekje kunnen vinden in de wijk. Maar welke gevolgen hebben de plannen voor de wijk voor de buurtbewoners? De meningen over het project én de impact in de wijk zijn verdeeld.

Een deel van de door de gemeente aangekocht woonadressen wordt tijdelijk bewoond, maar er zijn ook leegstaande en dichtgespijkerde panden. De leegstand komt doordat ‘panden soms te slecht zijn’ en daardoor niet direct verhuurd kunnen worden, zo valt te lezen op de website van de gemeente. Een van de ondernemers in de wijk zegt dat het vooral veel te lang duurt voordat de gemeente de aangekochte panden opknapt: “Het project loopt nu al zo lang, maar ik zie weinig vooruitgang. Er zitten anti-kraak huurders in waarvan er een aantal voor overlast zorgen.”

Bewuste leegstand
Ook Wilke Ruiter, projectmanager bij de gemeente, ziet dat er vertraging ontstaat: “Het duurt langer dan we zouden willen.” Dat heeft volgens Wilke verschillende oorzaken. Zo ziet hij ook dat sommige panden echt in hele slechte staat zijn. De gemeente zou in deze gevallen wel graag met tijdelijke verhuur werken, maar als het meer dan zes- of zevenduizend euro kost om het nog tijdelijk bewoonbaar te maken, kiest de gemeente ervoor om het leeg te laten staan.

Die leegstand, onder andere aan de Goereesestraat, zorgt er volgens Carnissenaren voor dat het eruitziet alsof de wijk achteruit gaat. “Vroeger was het een leuk wijkie, maar je wil er nu bijna niet meer wonen tussen al die lege gebouwen.” Dat de effecten van de Wet Voorkeursrecht en de strategische aankoop al goed terug te zien zijn in de wijk, is niet vreemd. Inmiddels heeft de gemeente namelijk al meer dan 300 adressen in Carnisse op haar naam staan.

Onduidelijke plannen
Een deel van de huizen die de gemeente koopt wordt uiteindelijk opgeknapt en verbeterd. Dat moet ervoor zorgen dat er meer grótere woningen in de wijk komen zodat er meer gezinnen en “sociale stijgers” in Carnisse komen wonen. Van de panden die de gemeente in Carnisse aanschaft, wordt daarom een deel samengevoegd – dus van twee adressen wordt één adres gemaakt – en een deel wordt opgeknapt en verduurzaamd. Een ander deel van de huizen wordt gesloopt om er vervolgens nieuwbouw voor in de plaats te zetten.

Er zijn volgens Wilke in totaal zeventien losse projecten die allemaal gericht zijn op het veranderen, verbeteren of opknappen van de woningvoorraad in de wijk. Dat zorgt niet alleen voor overlast van tijdelijke huurders en leegstand, maar door de grote hoeveelheid verschillende projecten – met allemaal hun eigen managers – is er ook veel onduidelijkheid bij de Carnissenaren. Mensen met de gemeente als huisbaas weten niet altijd wat de uiteindelijke plannen zijn met hún woningen. En dat zorgt voor onrust. Ook maken de mensen die nu in huurwoningen wonen die uiteindelijk worden gesloopt zich zorgen, ze kunnen namelijk niet terugkeren naar hun huis en waar gaan ze nu wat nieuws vinden?

Inactieve VvE
Een Carnissenaar die liever anoniem wil blijven, woont in een huurhuis dat in handen is gekomen van de gemeente. En daar is deze persoon, ondanks de onduidelijkheid over de plannen met het huis, op zich niet ontevreden mee. De gemeente is een goede huisbaas: “Als er iets in mijn huis aan de hand is, lossen ze het direct op. Ze doen alles, ik hoef maar te bellen en ze komen.” Wel heeft het huis nog steeds enkele beglazing. “Vorig jaar december hebben we in de moskee een groot gesprek gehad, daar waren allemaal architecten met grote plannen. Maar pas geleden kreeg ik een brief dat dat toch niet gaat gebeuren, want het subsidiegeld is op.”

Wel loopt deze wijkbewoner tegen een ander probleem aan: een inactieve Vereniging van Eigenaren (VvE). Binnen het huis lost de gemeente alles op, maar aan de buitenkant lukt dat niet altijd. Dat komt omdat in sommige gevallen de gemeente namelijk niet het hele pand in handen heeft, maar bijvoorbeeld maar één adres in een groter pand. De gemeente zit dan ineens, samen met de investeerder of huisjesmelker, in een VvE. En die VvE’s zijn vaak inactief. Dat maakt ingrepen aan de buitenkant van de panden ingewikkeld: je hebt namelijk toestemming van iedereen in de VvE nodig om die ingrepen te doen. En ingrepen die te maken hebben met het hele pand, worden normaal gesproken betaald uit de gezamenlijke pot van de VvE.

En dus zat de betreffende Carnissenaar ineens met een onoplosbaar probleem waarbij de afvoerbuizen van de cv-ketel, waar koolstofmonoxide uitkomt en die recht onder het slaapkamerraam eindigen, niet verlengd mochten worden tot het dak. “Zolang die huisjesmelkers er nog zitten, ga je je VvE nooit goed krijgen.” Het is een probleem dat de gemeente ook herkent en waar ze nog maar met moeite oplossingen voor weten te vinden. In het geval van deze Carnissenaar, heeft de gemeente wel toestemming gekregen van de inactieve VvE, maar moesten ze wel de volledige ingreep zelf betalen.

‘Langer dan we zouden willen’
Navraag bij de afdeling Stadsontwikkeling van de gemeente leert dat er inderdaad medewerking van een VvE nodig is om onderhoud te doen en dat er vanwege dit probleem “vertraging kan ontstaan in de uitvoering.” De gemeente zegt daarnaast dat “veel VvE’s niet goed georganiseerd zijn” of geen geld hebben. Er wordt geprobeerd de VvE’s te helpen door te adviseren over goed beheer. “In het uiterste geval stapt de gemeente naar de rechtbank om medewerking van de VvE af te dwingen.”

Als er een pand wordt aangeschaft dat niet meer klaargemaakt kan worden voor tijdelijke verhuur, zou de gemeente vervolgens zo snel mogelijk willen beginnen met opknappen en, waar van toepassing, samenvoegen. Maar ook dit is volgens Wilke lastig. Aannemers zitten absoluut niet verlegen om werk en dus krijgt de gemeente de projecten simpelweg niet verkocht. “We zijn met aanbestedingsprojecten bezig waar niemand op inschrijft. Dat komt ook vanwege de hoge kwaliteit die we willen.” Naast dat het de gemeente niet goed lukt om aannemers te vinden, is er volgens Wilke ook nog een tekort aan juristen om de betreffende contracten te regelen.

In Carnisse zijn er ook nog eens veel funderingsproblemen. Wil je dat opknappen, ben je niet alleen afhankelijk van een beschikbare aannemer, de bereidheid van de VvE van je eigen pand, maar óók van die van de buren. “We proberen dat wel te stimuleren met subsidies voor de andere eigenaren uit de VvE.” Op de vraag of er misschien niet wat beter van tevoren had moeten worden onderzocht hoe het ervoor staat met de panden, geeft Wilke aan dat er in sommige situaties inderdaad weinig informatie was, maar in sommige gevallen een bewuste keuze is gemaakt: “We zijn begonnen met de situatie die het slechtst is, we hebben de moeilijkheden in die zin opgezocht.”

Veiligheid
Lukt het wel om tijdelijk te verhuren voordat een pand wordt opgeknapt, erkent Wilke dat dat soms voor problematische huurders zorgt. Zo was er recent een explosie in een portiek aan de Urkersingel, een portiek waar óók tijdelijke verhuur via Gapph plaatsvindt – het bedrijf waaraan de gemeente deze verhuur uitbesteedt. Om de veiligheid te vergroten gaat de gemeente nu langs de deuren en belt aan: “We proberen nu iedere maand te controleren.” Stadsontwikkeling geeft daarnaast aan dat het melden van de overlast door wijkbewoners belangrijk is: “Overlast wordt niet geaccepteerd en kan/zal leiden tot opzegging van de gebruiksovereenkomst. Klagen helpt!”

Het project is voorlopig nog niet klaar en wordt nog steeds groter; in een recente commissievergadering werd er nog een Wet Voorkeursrecht Gemeente ingesteld op een aantal woningen aan de Texelsestraat. Toch zijn veel mensen in de wijk nog steeds blij met de plannen. Het idee dat er meer ruimte komt voor jonge gezinnen in de wijk, spreekt aan. Wel maken ze zich zorgen over of de nieuwe huizen uiteindelijk wel betaalbaar worden. Carnissenaren zijn blij dat de gemeente actief ingrijpt om de wijk te verbeteren, maar het duurt wel lang. Het veiligheidsgevoel gaat achteruit en zoals ook Wilke aangeeft: “Veiligheid kan een reden zijn om te verhuizen.”