Wethouder Zeegers leert in Wenen hoe Rotterdamse wooncrisis opgelost kan worden

Wethouder Zeegers gaat dinsdagavond op werkbezoek in Wenen. Samen een groep commissieleden van Bouwen, Wonen en Buitenruimte gaat ze daar kijken naar verschillende sociale woningbouwprojecten en praten met architecten en bewoners. Wenen is namelijk een voorloper als het aankomt op volkshuisvesting. In tegenstelling tot Rotterdam bezit de gemeente daar 220.000 sociale huurwoningen en is daarmee de grootste huisbaas van de wereld.

60% van de inwoners van Wenen woont met sociale huurvoorwaarden (bv. maximale huurgrens, hoogte huurtoeslag en bepaald inkomen). Het mag daarom misschien ook wel de ‘hoofdstad van sociale huisvesting’ genoemd worden. “Het werkbezoek gaat onder andere over huur en koop in diverse segmenten, collectieve woonvormen en betaalbaarheid met aandacht voor leefbaarheid en klimaatadaptatie”, laat de gemeente weten. Allesbehalve een gemeentelijk snoepreisje, verzekert commissievoorzitter Ellen Verkoelen: “Een vol programma: 7.30 uur ontbijt en voor 22.30 uur niet terug.”

Foto: Het Karl-Marx Hof in Wenen

‘Coöperatieve woonvormen’
Voorbeelden van zulke sociale projecten zijn Wohnprojekt Wien, Quartiershaus en Karl-Marx Hof. In laatstgenoemde wonen zo’n 5000 mensen in een straal van ruim 1 kilometer met veel gemeenschappelijke voorzieningen. Sowieso zijn voorzieningen zoals wasserettes, keukens of crèches een vast onderdeel in Weense woonprojecten. De commissie gaat bij alle drie de projecten langs. In Rotterdam kennen we dit soort projecten nog niet. De groep bezoekt verder nog het innovatieve Aspern Seestadt, een stadsdeel waar in 2030 25.000 mensen gaan wonen en Biotope City dat ‘natuurinclusief’ is ingericht.

‘Voor ieder wat wils’
Over Wenen vertelt Ellen: “Wat hier niet van de grond komt, staat daar wel.” Ze heeft het dan over bijvoorbeeld knarrenhofjes, studentenhuisvesting of een nieuwe wooncorporatie. “In Wenen wordt per project veel meer in verschillende prijsklassen gebouwd.” En voor inspiratie of gesprekken kan je ook in Nederland blijven en kijken, maar hier heb je toch te maken met dezelfde regelgeving: “Die is niet heel anders in Amsterdam. Het is daarom goed om te kijken in steden in andere landen en waarom het daar wel van de grond komt.”

Volgens Ellen helpt het om het gesprek over woonbeleid te voeren in een andere stad: “Er wordt ook echt uitgebreid gesproken met de wethouder. Van het werkbezoek in Bordeaux vier jaar geleden hebben we jaren baat gehad.” Het driedaagse programma komt tot stand in samenwerking met ambtenaren. “In de commissie wordt natuurlijk stevig gesteggeld over waar we dan naartoe willen gaan.” De trip gaat nu meer om sociale huisvesting, omdat daar de problemen in Rotterdam ook naar zijn: “Ik hoop dat er voor iedereen wat wils is. In Bordeaux, vier jaar geleden, ging het bijvoorbeeld meer over gebiedsontwikkeling en hoe ze daar delen van de stad naast de rivier hebben samengebracht.”

‘Woonvisie Rotterdam’
Het werkbezoek gaat geheid invloed hebben op de woonvisie. Die beschrijft hoe Rotterdam er in 2030 uit moet komen te zien. Een perspectief uit 2016 met hier en daar wat kleine veranderingen. Achterhaald vinden vele fracties en daarom is er ook besloten om de woonvisie definitief aan te passen. Het woonakkoord van februari met daarin tien uitgangspunten moet tegen de zomer een eerste aangepaste versie van de woonvisie opleveren.

Een werkbezoek heeft dus meerwaarde. Commissies krijgen elke collegeperiode de mogelijkheid om maximaal één werkbezoek te organiseren: “De vorige keer zijn we dus naar Bordeaux geweest en ik heb ook nu gelijk aan het begin van deze periode de voorbereidingen voor deze trip opgestart.” De vorige keer hadden betrokkenen het er twee jaar later nog over: “Je moet dit dus ook niet na twee jaar pas gaan doen, want dan komen de verkiezingen er alweer aan en heeft het minder effect.”

Het werkbezoek van de commissie Bouwen, Wonen en Buitenruimte duurt van dinsdag 28 maart tot en met zaterdag 1 april.