Overal zwerfafval, kapotte lantaarnpalen, prostitutie, ongedierte en parkeerproblemen. Het is een greep uit de problematiek van de RFC-Weg in Delfshaven. Bewoners, ondernemers en verenigingen houden zich er al zo’n vijf jaar actief mee bezig. “Het is een doodlopend stuk, een soort niemandsland en dat roept overlast op”, zegt Marike Abrahamse, raadslid VVD in Rotterdam.
“We proberen de gemeente zover te krijgen om er iets moois van te maken, maar we krijgen gewoon geen gehoor meer”, zegt Erik Wemmers. Hij is voorzitter van de stichting die het Essenburgpark beheert. De RFC-Weg is de toegangsweg naar het park. Een aantal jaar geleden gingen bewoners, voetbalclub Rotterdam United en de beheerders van het Essenburgpark met de gemeente in gesprek over wat er met het gebied moest gebeuren. De gemeente had daar 300.000 euro gereserveerd voor het gebied.
“Het gesprek liep al bijna tweeënhalf jaar en dat ging best wel goed”, vertelt Erik. “En toen kreeg ik op een dag een appje waarin stond dat de gemeente ermee stopte, zonder uitleg. De drie ton die ze hadden gereserveerd voor de RFC-Weg is er nu gewoon niet meer.” Sindsdien voelen de betrokkenen zich niet gehoord.
“We proberen de gemeente zover te krijgen om er iets moois van te maken, maar we krijgen gewoon geen gehoor. De brieven aan wethouder Karremans blijven onbeantwoord”, vertelt Erik. “De gemeente laat ons links liggen”, zegt Boy Fagnotti. Hij woont al zo’n 30 jaar aan de RFC-Weg. “Het is niet leuk vergeleken met hoe het vroeger was. Het wordt compleet verwaarloosd, waardoor het verpaupert.”
Volgens Erik Wemmers is Marike Abrahamse de enige die de problematiek oppakt. Zij is raadslid van de Rotterdamse VVD. “Ik probeer al langer aandacht te vragen voor deze problemen in de gemeenteraad en bij wethouder Karremans.” Een snelle, directe oplossing is volgens haar niet mogelijk. “Het gebied is lastig door de vele verschillende problemen en door de verschillende partijen die allemaal iets anders willen. Daarom moet er een goede langetermijnoplossing komen. Ten eerste moet daarvoor het overleg tussen de verschillende partijen weer worden opgestart.”