Fatima brengt Kaapverdiaanse vrouwen (en Cees) in Delfshaven samen: ‘Mensen raken in isolement’

Sociale eenzaamheid is in de hele maatschappij een moeilijk onderwerp, maar wat nou als je de Nederlandse taal niet helemaal beheerst? Het blijkt nogal een probleem te zijn in de Kaapverdiaanse gemeenschap in Delfshaven. Gelukkig is daar Fatima, die eigenhandig een sociaal vangnet onder Kaapverdiërs heeft weten op te zetten.

Het is een gezellige boel tussen de Kaapverdiaanse dames (en Cees) die zich hebben verzameld voor de training die Fatima Ameida heeft georganiseerd. De Kaapverdiaanse is erg actief binnen haar gemeenschap en komt vaak bij mensen thuis als gebedsleider of religieus ondersteuner. Voor dat werk komt ze vaak bij mensen thuis over de vloer, en daar viel haar wat op.

Isolement
De Kaapverdianen die Fatima bezocht, hadden vaak namelijk stiekem wel behoefte aan wat meer sociale contacten, en zo kwam de Rotterdamse op het idee om bijeenkomsten te organiseren voor haar gemeenschap. Af en toe een bingo, hier en daar een gezondheidsvoorlichting of voor ouderen een veiligheidscursus. En soms is dat serieus, soms juist informeel, maar altijd met de nodige gezelligheid voor- of achteraf.

Zo vertelt Fatima: “Ik vind het leuk om de mensen uit een isolement te halen. We organiseren dus van alles, en een paar keer per jaar gaan we ook uit.” Volgens de fysiotherapeute die deze keer een valpreventiecursus geeft, zijn bijeenkomsten zoals deze erg belangrijk: “Er zijn veel oudere Kaapverdiaanse mensen in Delfshaven. Veel van hen zijn de Nederlandse taal niet machtig. Als je ze in hun eigen taal aanspreekt, komt de boodschap veel beter over.”

Samenwerking
Dat de bijeenkomsten van Fatima zo goed worden bezocht, komt ook een klein beetje dankzij de hulp van Cees Ramp, van Samen Kerk in Nederland. Zo legt hij uit: “We werken samen met migrantenkerken en proberen hen te helpen waar mogelijk. Eerst werden de bijeenkomsten van Fatima georganiseerd in Rotterdam-Noord. Dat was veel te ver weg”, legt Kees uit. “Door onze bemiddeling kunnen ze nu veel dichter bij huis terecht. Daar doen we het voor.”

Na de nodige fysieke inspanning is er uiteraard de tijd om aan het kletsen te slaan, vertelt Fatima. “We brengen eigenlijk altijd wat hapjes mee, en soms bestellen we wat. We proberen altijd iets Kaapverdiaans te doen.” En daar profiteert Kees maar al te graag van mee: “Ik weet echt niet hoe al die hapjes heten, maar weet alleen dat het heel erg lekker is.”