Havensteder heeft in Vreewijk 290 woningen aangewezen om in de komende jaren te verkopen zodra deze leegkomen. Dat waarschijnlijk meer dan de helft hiervan sociale huurwoningen zijn, valt niet bij iedereen even goed. De wooncorporatie verkoopt de woningen om zo meer geld vrij te maken voor ‘het investeren in onderhoud en nieuwbouw’.
Op dit moment zijn er zes woningen verkocht, waarvan één aan een zittende huurder. De andere vijf zijn momenteel onbewoond, maar worden binnenkort overgeleverd aan de kopers. Veel bewoners zien liever geen huurwoningen uit de wijk verdwijnen. “Het is een beleid dat niet iedereen hier in de wijk waardeert”, vertelt Pieter Termeer, oprichter van Leeszaal Vreewijk en wijkbewoner van het eerste uur. “Ze maken zich zorgen dat hun kinderen geen huis in de wijk kunnen vinden. Maar je kunt niet zeggen dat je kind voorrang zou moeten krijgen. Heel Rotterdam kampt met een woonprobleem. Uiteindelijk komt iedereen op een wachtlijst en verdient iedereen een woning.”
Keuzes
Het gaat nog wel even duren voordat Havensteder alle woningen heeft verkocht: op dit moment verkopen ze er ongeveer vijftien op jaarbasis en alleen als het huurcontract van de huidige huurders afloopt of wordt opgezegd. Daarbij probeert Havensteder rekening te houden met de maatschappelijke impact van het verkopen: “Zo bieden we eengezinswoningen die we van plan zijn te verkopen eerst aan de zittende huurders aan en vervolgens met voorrang aan sociale huurders voordat het de ‘markt’ opgaat.”
Dit zal ervoor zorgen dat de wijk van samenstelling zal veranderen, voorspelt Pieter. “Maar dat is van alle tijden. Het wordt een meer diverse wijk, waar lage en hoge inkomens naast elkaar komen te wonen. Niet alle wijkbewoners zitten daarop te wachten.”
“We maken de afweging op verkoop heel zorgvuldig”, vertelt Havensteder. Zo wordt er gekeken naar de toekomstbestendigheid van de woningen. “Denk daarbij aan kwaliteit van de woning, wat is er nodig om deze richting de huidige duurzaamheidsnormen te brengen en sluit het woningtype aan bij de ontwikkeling van de doelgroep. Zo zien wij een ontwikkeling naar meer 1-persoonshuishouden en passen we waar dat kan onze woningvoorraad daarop aan. Financieel kijken we naar wat de woning in verhuurde staat opbrengt, wat er aan investeringen nodig is om een woning goed verhuurbaar te houden en wat een mogelijk verkoop opbrengt.”