Rachid schrijft column over de Tweede Kamerverkiezingen: Voor altijd sterk blijven

In het jaar 2023 na Christus is heel Nederland in de ban van bestaanszekerheid. Heel Nederland? Nee! Een klein dorp, bewoond door onverzettelijke Rotterdammers, blijft dapper weerstand bieden aan wat nu al het woord van het jaar is. Waarom? Omdat het over hen gaat en omdat zij daar iets anders onder verstaan. In de armste stad van Nederland, waar ruim 40.000 kinderen onder de armoedegrens leven en waar mensen uit een bepaald gebied – groter dan Eindhoven- geframed worden als zijnde ‘verstandelijk beperkt’, hebben zij het over overleven.

Veel van die onverzettelijke Rotterdammers zien de kloof tussen politiek en burger alleen maar groter worden en vragen zich af of hun stem überhaupt iets uitmaakt. Ze vragen zich af of stemmen ervoor zorgt dat bijvoorbeeld de energierekening betaald kan worden. Of de boodschappen. Deze Rotterdammers hebben geen boodschap aan beloftes rondom bestaanszekerheid. Zij wachten liever op de komst van de druïde die een toverdrank voor ze brouwt, met daarin ingrediënten die alleen met zijn snoeimes afgesneden kunnen worden. Een toverdrank om de zorgen en problemen voor heel even te vergeten. Een toverdrank waar je voor heel even superkrachten van krijgt na het nemen van een slokje.

Een onderzoek
Het is het gesprek van de dag; Wat zal de opkomst zijn in Rotterdam op 22 november? Ik weet het niet. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 spraken we van een historisch lage opkomst in Rotterdam. De dag na die verkiezingen, vergeleek ik in een column voor dit programma de democratie met een stervend patiënt in het ziekenhuis en schreef: “Je kunt als overheid, weer een duur onderzoek gaan instellen, om erachter te komen waarom de opkomst zo laag was. Om te laten zien dat we dit serieus nemen en om de patiënt te reanimeren. Maar geloof me, daar zijn geen dure onderzoeken voor nodig. We weten wel waarom mensen niet gaan stemmen. De burger is simpelweg ontevreden en dat mondt uit in een gigantische afkeer van het systeem. Men is het zat.”
En ja hoor; er kwam een onderzoek.

Rotterdam wil zo een lage opkomst als die van 2022 nooit meer meemaken en doet er alles aan om stemmen leuker te maken. Zo stuurt de stad dit jaar een opmerkelijk grote hoeveelheid aan dappere strijders naar de druïden bijeenkomst in het bos der democratie om daar de Rotterdamse onderwerpen op de agenda te zetten. Deze Rotterdamse kandidaten, sommigen gekleed in een traditioneel wit gewaad, met rode sloffen, anderen zeulend met een menhir op de rug, moeten het gaan doen en de eer van de stad hoog houden. Ik kan hun namen helaas niet uitspreken, maar ze eindigen allemaal op een X.

Ook kun je tegenwoordig in het mariniersmuseum stemmen, die zich specifiek richt op het cultuur-historisch erfgoed van de elite-eenheid van de Nederlandse marine: het Korps Mariniers. En wanneer je dan met je stembiljet langs de kikvorsmannen en andere special forces-eenheden slalomt en je stem hebt uitgebracht, mag je het museum gratis bezoeken. Nee, daar win je een oorlog mee.

Wat dan?
Maar wat dan? Hoe krijg je die onverzettelijken zover om de gang naar de stembus wel te vinden? En denk niet dat de niet-stemmers allemaal hetzelfde zijn of dezelfde beweegredenen hebben om het Feest der Democratie als een slechte karaoke-avond te mijden. De stille toeschouwers van het politieke spektakel zijn opmerkelijk luider door hun stilte.

Je hebt de ‘Politiek-maakt-me-misselijk’-mensen die de verkiezingen als de pest mijden omdat ze geloven dat de politieke arena meer weg heeft van een moddergevecht dan van een beschaafde discussie.

Of de ‘Mijn-stem-doet-er-toch-niet-toe’-mensen. Deze groep heeft het idee dat hun individuele stem verdrinkt in de oceaan van miljoenen andere stemmen. Ze denken dat hun bijdrage niet meer is dan een druppel in de politieke emmer. En dat die emmer nooit zal overlopen.

En wat dacht je van de ‘Alles-blijft-toch-hetzelfde’-groep. Deze mensen zijn overtuigd van het idee dat ongeacht wie er aan de macht komt, de verandering minimaal zal zijn. Ze zien politici als marionetten in een goed gechoreografeerde dans, waarbij aan de touwtjes wordt getrokken door onzichtbare krachten. Voor hen is niet stemmen een statement dat zegt: “Het maakt toch niet uit wie er wint.”

En laten we de ‘Bezige Bijtjes’ niet vergeten. Die zijn zo druk bezig met hun dagelijkse leven dat ze simpelweg geen tijd hebben om zich te verdiepen in het politieke spel. Voor hen is niet stemmen geen teken van desinteresse, maar eerder een reflectie van hun hectische levensstijl.

Niet-stemmers
De stilte van niet-stemmers is een vorm van expressie en overdonderend. Een boodschap aan de politieke wereld dat er verandering nodig is, niet alleen in beleid maar ook in de manier waarop de politiek zichzelf presenteert.
Politici, de vertegenwoordigers die zichzelf aanbieden als de architecten van onze samenleving, moeten luisteren naar de redenen achter de stilte en nadenken over hoe we het politieke toneel kunnen verrijken, zodat de keuze om te stemmen niet alleen een plicht is, maar een oprechte uiting van betrokkenheid bij het vormgeven van de toekomst. En vooral niet de schijn wekken dat deze verkiezingen over ‘iets nieuws’ gaan, zoals ‘bestaanszekerheid’.

Want bestaanszekerheid is voor veel Rotterdammers geen verkiezingsbelofte. Voor hen is het de hoop om, in plaats van telkens een slokje te moeten nemen, een keertje per ongeluk in de ketel te vallen en voor altijd superkrachten te behouden.

Rachid Benhammou las deze column voor in in de liveopname van Stemmen vanaf onze redactie. Voor de verkiezingen sprak hij Rotterdamse kandidaten voor de Tweede Kamer én Rotterdammers die advies voor hen hadden. Kijk dat terug in Rotterdam geeft raad.