Speelplezier van Rotterdamse kinderen in gevaar: Speeltuinen kampen met vrijwilligerstekort

Verschillende speeltuinen in Rotterdam kampen met een groot tekort aan vrijwilligers. Het aantal mensen in onze stad dat als vrijwilliger op beheerde speelplaatsen de handen uit de mouwen steekt neemt af en dat maakt het steeds lastiger om open te blijven. Een oplossing is nog niet in zicht.

Bij Speeltuinvereniging Crooswijk is het tekort aan vrijwilligers goed merkbaar. De hoofdingang is gesloten, zodat er makkelijker gecontroleerd kan worden wie er binnenkomt. Maar op sommige dagen kan de speeltuin helemaal niet meer open.

Tekst gaat door onder de video.

“Het is voor het eerst in al die jaren dat wij een aantal dagen gewoon moeten sluiten. Dat hebben we nog nooit meegemaakt. We zijn altijd, op zes dagen na, het hele jaar open geweest.’’, vertelt Willem van Bracht, die zich al 40 jaar vrijwillig inzet voor de plek aan de Schuttersweg. “We hebben één betaalde beheerder via de gemeente en de rest doen we met vrijwilligers. De beheerder is er vijf dagen in de week en met de vrijwilligers kunnen we dan het weekend ook nog opvullen.”, vertelt Willem. Maar dat laatste lukt de laatste tijd dus niet altijd meer.

Ook de 65-jarige Jan Bergsma heeft zorgen over het voortbestaan van ‘zijn’ Speeltuinvereniging Hillesluis. De 65-jarige Rotterdammer werkt 28 uur in de week als pedagoog en voert daarnaast nog wekelijks zo’n veertig uur taken uit bij de speeltuin aan de Vlasakkerstraat. Zo is hij secretaris, penningmeester, toezichthouder, geeft hij bewegingslessen aan ouderen geeft en is daar ook nog de wandelgroep. “Ik en mijn collega vrijwilligers bereiken binnenkort de leeftijd dat we dit niet meer kunnen doen. En dan zou het wel fijn zijn als we het werk kunnen overdragen aan een wat jonger bestuur dat ons werk voortzet.’’

Oorzaak van de teruglopende aanmeldingen is volgens Jan vooral de veranderende tijdsgeest. “Mensen hebben steeds minder tijd. Vroeger was het zo dat bijvoorbeeld alleen de vader werkte en moeder dan nog tijd had om vrijwilligerswerk te doen, maar dat is tegenwoordig niet meer zo”, vertelt Jan. Maar ook de mentaliteit van de bezoekers speelt een rol. Kinderen en ouders lijken steeds brutaler te worden naar de vrijwilligers en dat schrikt af. “Mensen vragen soms waarom we dicht waren en dan leg ik uit dat we te weinig mensen hebben.” Wanneer Jan vraagt aan bezoekers om zich aan te melden als vrijwilliger geven ze aan te weten hoe het er aan toe kan gaan en er om die reden het niet zien zitten.

Enige steun krijgen de speeltuinen van Buurt- en Speeltuinwerk Rotterdam (BSW). Dit is een organisatie die zich hard maakt voor de speelplekken en vaak bemiddelt tussen gemeente en de speeltuinverenigingen. “Wat je ziet is dat mensen uit kansrijke gezinnen, zoals dat dan heet, een hele andere belevingswereld hebben dan mensen uit kansarme gezinnen. De speeltuin zou steeds meer de plek moeten zijn waar je juist die werelden samenbrengt, omdat dat op latere momenten in het leven van die kinderen eigenlijk veel moeilijker zal gebeuren. Dus daar heeft een speeltuin waarde.”, vertelt directeur van BSW Bas Goedendorp. “Ik denk dat een gezamenlijke campagne, liefst in samenwerking met de gemeente en Zorgzaam 010, waar we al mee in gesprek zijn, zin heeft.”

Een oplossing voor de korte termijn is er op dit moment nog niet en dus moeten zowel speeltuinvereniging Crooswijk als Hillesluis de zoektocht naar nieuwe vrijwilligers blijven voortzetten. Wanneer er niets verandert, gaan de speelplekken mogelijk vaker dicht.