Stilstaan bij vergeten verhalen van Marrongemeenschap: ‘We moesten alles achterlaten’

De Surinaamse Onafhankelijkheid wordt op 25 november gevierd. In het Nieuwe Instituut is de tentoonstelling Soengoe Kondre (Verzonken Leven) te zien, dat gaat over de binnenlanden van Suriname waar de Afobaka Stuwdam is gebouwd. Om deze reden stonden zaterdag Rotterdamse leden van de Marrongemeenschap en bezoekers tijdens het evenement ‘Blik op 60 jaar, Transmigratie’ stil bij het effect dat deze gebeurtenis op het leven van deze gemeenschap heeft gehad.

Deze expositie neemt je mee naar het binnenland van Suriname, waar de Afobaka Stuwdam in 1964 een gebied ter grootte van de provincie Utrecht onder water deed verdwijnen. Het was een cruciale periode, want terwijl het land zich voorbereidde op de uiteindelijke onafhankelijkheid in 1975, onderging het binnenland ingrijpende veranderingen.

Een van de meest ingrijpende gevolgen van de dam was de gedwongen verplaatsing van de Marrons, afstammelingen van Afrikaanse mensen die zich vanaf de achttiende eeuw onttrokken aan slavernij en hun eigen gemeenschappen stichtten in de binnenlanden.

Kensly Vrede was 15 jaar oud toen hij de transmigratie meemaakte. ‘‘Twintig dorpen hebben ze onder water gezet, zonder een redelijke vergoeding. We moesten alles verplicht achterlaten. Onze familieleden liggen daar nog begraven’’, aldus Kensly.

De tentoonstelling is niet alleen een reis door de tijd, maar ook een duik in de diepte van Surinaams erfgoed.