Wildplukken, het verzamelen van planten uit tuinen, bermen en bosjes voor eten of medicijnen, wordt steeds populairder in de stad. Het brengt ons dichter bij de vaak onzichtbare natuur om ons heen en helpt ons deze te waarderen en te verzorgen.
“Eigenlijk moeten we de tour bij een teunisbloem starten”, zegt Jacqueline Stammeijer. “Ik noem mezelf Tuinvrouw Teunisbloem, maar die staan pas verderop.” Ze heeft deze passie ontwikkeld tijdens haar studententijd en was tien jaar geleden mede-oprichter van de Rotterdamse Munt, een plek vol met zowel wilde als aangelegde kruiden.
Elke deelnemer van de wildpluk tour krijgt een zakje om zijn of haar vondsten in te verzamelen. Aan het einde van de tour maken ze hun eigen thee. Jacqueline maakt de tour interactief door de deelnemers te vragen over blaadjes te strijken en de geuren van cassis, venkel, basilicum en calendula op te snuiven.
“Het bijzondere aan wildplukken is dat het niet gecultiveerd is”, legt Jacqueline uit. “Op elke hoek van de straat kom je het tegen, ook in je eigen omgeving.” Ze benadrukt dat Rotterdam veel groene plekken heeft, maar waarschuwt om goed te spoelen als je plukt in bermen of plekken waar honden komen.
Voor sommigen is deze ervaring compleet nieuw, terwijl anderen al getrainde geur- en smaakpapillen hebben. Deelnemers zijn unaniem: wildplukken is zeer rustgevend, zelfs in de stad. “Het leuke is dat je erachter komt dat zelfs de natuur in de stad eetbaar en bruikbaar is voor thee, zalfjes of salades,” zegt een enthousiaste deelnemer.
Jacqueline tipt enkele wildplukplekken in Rotterdam Oost, zoals het Wollefoppenpark, waar honden niet zijn toegestaan. Of je nu een doorgewinterde kruidenjager bent of een nieuwkomer, wildplukken met Jacqueline van Tuinvrouw Teunisbloem is een avontuur dat je dichter bij de natuur brengt.