Zangeres Tamara Nivillac geeft Papiaments een stem in expositie Wereldmuseum

Van welke taal of woordkunst in Rotterdam zou iedereen de oorsprong moeten weten? Op die vraag reflecteert singer-songwriter Tamara Nivillac in de Wereldmuseum-tentoonstelling ‘Kolonialisme en Rotterdam’. Zonder twijfel is het antwoord voor haar het Papiaments dat in Rotterdam overal op straat te horen is. “Ik vind het nog steeds fascinerend om mijn moedertaal zoveel kilometers van huis te horen. De taal is hier natuurlijk vanwege het koloniaal verleden en het feit dat Curaçao tot het Nederlands Koninkrijk behoort.”

Nivillac neemt ons mee naar de Beijerlandselaan. “Dit geeft mij een beetje het gevoel van die melting pot, die samensmelting van verschillende culturen”, legt ze uit. Het feit dat het Papiaments een plekje heeft gekregen in de tentoonstelling, is voor haar bijzonder. “Omdat het voor mij een soort van erkenning is. Ik vind het mooi dat er verhalen worden verteld over het Papiaments en over Curaçao, want zo voel je je gezien. En dat helpt ook met het hele proces van heling en verbinding.”

Nivillac combineert in haar eigen muziek Papiaments met andere talen. Een voorbeeld is een videoclip die te zien is in de expositie waarin ze samenwerkt met Dina Medina, een Nederlandse zangeres van Kaapverdische afkomst. “Het brengt me dichter bij wie ik ben, mijn achtergrond en mijn roots. Ik vind het heel belangrijk dat mijn eigen muziek een soort ode is aan mijn vaderland, aan mijn eiland, aan mijn cultuur. Ik hoop dat ik zo een nalatenschap kan creëren of een klein steentje kan bijdragen.”

Moluccan Legacies
In de tentoonstelling Kolonialisme en Rotterdam zijn naast de audiofragmenten, werken te zien van het Wereldmuseum, Stadsarchief Rotterdam, Museum Rotterdam, Maritiem Museum en Boijmans van Beuningen. Daarnaast tonen dertien hedendaagse kunstenaars en fotografen recente werken die laten zien waarom het verleden er nog steeds toe doet. Fotograaf Elizar Veerman stelde twee foto’s beschikbaar uit het project ‘Moluccan Legacies’ waarin hij de Molukse diaspora in Nederland in beeld brengt.

De grootouders van Veerman behoorden zelf tot de eerste generatie Molukkers die in 1951 aankwamen in Rotterdam. De portretten van Veerman zijn grotendeels binnenshuis gefotografeerd. “Ik heb daar specifiek voor gekozen omdat je binnen de ouderlijk huizen, de rumah tua’s, maar ook gewoon Molukse huishoudens, vaak nog heel veel familiegeschiedenissen terugziet”, legt hij uit. “En met het gegeven dat veel van de Molukse geschiedenis niet bekend is, is het visueel heel interessant om dan de nieuwe generatie of de oude generatie binnen die huishoudens te fotograferen. Je fotografeert dan automatisch binnen een canvas die die geschiedenissen laat zien.”

De complete serie ‘Kolonialisme en Rotterdam’ is hier terug te kijken. Deze serie is mede mogelijk gemaakt door Wereldmuseum Rotterdam. De productie wordt onder redactionele verantwoordelijkheid van OPEN Rotterdam gerealiseerd. De opdrachtgever heeft geen invloed op de inhoud.