OPEN-journalist Zoë documenteert al een paar maanden haar zoektocht naar een betaalbare woning in Rotterdam. Na een hele rits van experts, ervaringsdeskundigen. mede-zoekenden en initiatiefnemers, is er natuurlijk nog één persoon die zij moet spreken: wethouder Chantal Zeegers. Zij heeft Bouwen en Wonen in haar portefeuille en heeft met haar beleid invloed op de toekomst van de woningmarkt in Rotterdam. Ze kan Zoë misschien niet direct aan een huis helpen, maar wellicht wel geruststellen.
Zoë begint het gesprek met een kleine introductie van zichzelf en waarom ze in graag in Rotterdam zou willen blijven. Ze is geboren en opgegroeid in Delfshaven en woont daar nu nog steeds. Ging in Delfshaven naar school, studeerde aan de Erasmus Universiteit, heeft in haar studietijd in de Rotterdamse horeca en hospitality gewerkt en gaf jarenlang bijles aan jongeren op Zuid. “Mijn leven is hier, mijn vrienden zijn hier en ik zet me nog steeds in voor de stad. Zelfs mijn werk gaat over Rotterdam: nu heb ik het gevoel dat ik word uitgespuugd door de stad”
Wethouder Zeegers begrijpt de problemen die ontstaan zijn door de wooncrisis en wat het doet met de bewoners. “Ik krijg elke dag mails van mensen die een huis zoeken en dat vind ik erg vervelend voor ze.” Moet er dan niet gekeken worden naar beleid waarmee er zo snel mogelijk woningen bijkomen? Volgens Zeegers moet er rekening gehouden worden met het aantrekkelijk maken van de stad voor beleggers en ontwikkelaars: “Als de beleggers niet willen komen, dan wordt er helemaal niets gebouwd.”
Ook zou het volgens Zeegers beter zijn om te wachten op landelijk beleid vanuit het Rijk: “Als er overal andere regels gelden, wordt het moeilijker voor ontwikkelaars om te bouwen. Maar als dezelfde regels in elke stad gelden, kan er sneller gebouwd worden.” Volgens Zeegers is het dus niet handig om als gemeente zelf beleid te maken, als het Rijk dat doet voor het hele land. “Daar zet ik me voor in.”
Aan iedereen die Zoë spreekt vraagt ze of ze misschien tips voor haar hebben om aan een huis te komen, dus ook aan wethouder Zeegers. Haar antwoord daarop is: “Je bent niet de eerste die mij vraagt, dat vind ik heel erg. Tegelijkertijd denk ik: kijk verder dan Rotterdam.” Zoë’s reactie daarop zegt veel: ze is er stil van.